Goed verzekerd met wet-Peeters I en II
Jarenlang waren architecten correct verzekerd door de wet-Laruelle. Maar omdat andere bouwpartners niet verplicht waren zich te verzekeren, was er sprake van discriminatie. In plaats van die verzekeringsplicht uit te breiden, besliste de wetgever om de wet-Laruelle gedeeltelijk af te schaffen en te vervangen door twee nieuwe. Vandaag stellen we vast dat veel architecten worstelen met de complexiteit van de tweevoudige wet. We legden onze vragen voor aan Rebecca Ramboer, CEO van verzekeraar Protect.
Twee nieuwe wetten in twee jaar tijd: leg eens uit.
Rebecca Ramboer: “De eerste wet, de wet-Peeters-Borsus, is van kracht sinds 1 juli 2018. Die voerde een verplichte verzekering in, maar enkel voor woningbouw, en enkel voor werken die raken aan de stabiliteit, soliditeit en waterdichtheid. De verzekeringsplicht geldt voor drie beroepscategorieën: architecten, stabiliteitsingenieurs en aannemers die werken uitvoeren met betrekking tot de ruwbouw wind waterdicht. Zij moeten hun aansprakelijkheid meteen voor 10 jaar verzekeren.
Een jaar later, op 1 juli 2019, trad de tweede wet in werking, de wet-Peeters-Ducarme. Vanaf nu moeten alle dienstverleners in de bouwsector hun burgerlijke beroepsaansprakelijkheid verplicht verzekeren, voor alle onroerende werken, maar niet voor hun tienjarige aansprakelijkheid. Wel bijvoorbeeld voor de kleine gebreken. Deze verzekeringsplicht geldt voor architecten, interieurarchitecten, landschapsarchitecten, EPB-adviseurs, veiligheidscoördinatoren, landmeters, ingenieurs ... maar niet voor aannemers!”
Wat verandert er dan juist in de verzekeringsplicht voor architecten?
“Niet zo veel eigenlijk. De wet-Peeters-Borsus brengt vooral een andere vorm van verzekeren met zich mee. De verzekeraar zal nu, per woning, een verzekeringsattest tienjarige aansprakelijkheid afleveren, onmiddellijk voor de volledige tien jaar, en dit ten laatste voor de start van de werken. Vorig jaar werden onze architectenpolissen aangepast, net om het opvragen van deze attesten per werf mogelijk te maken.
Daarnaast blijft de architect met de wet-Peeters-Ducarme sowieso verplicht om zijn volledige aansprakelijkheid te verzekeren, exclusief de gevallen die onder de tienjarige aansprakelijkheid vallen. Ook bij niet-woningbouw.”
Was de tienjarige aansprakelijkheid in een BA-polis vroeger dan niet gedekt?
“Uiteraard wel, maar op een andere manier: vroeger waarborgden de verzekeraars de tienjarige aansprakelijkheid in het kader van een lopende abonnementspolis. Bij stopzetting van de activiteiten, bv. bij pensioen, werd hiervoor nog een regeling getroffen qua posterioriteitsdekking. Voor niet-woningbouw blijft dit zo. Voor woningbouw wordt dit overbodig, omdat de wet-Peeters-Borsus verplicht om meteen een verzekering voor tien jaar af te sluiten.”
Welke praktische gevolgen heeft dit voor de architecten? Opnieuw een verzwaring van hun verzekeringsadministratie?
“De architect heeft er inderdaad een controletaak bijgekregen. Hij moet voor de start van de werken checken of de ruwbouwaannemer en stabiliteitsingenieur hun verzekeringsattest voor hun tienjarige aansprakelijkheid hebben opgevraagd aan hun verzekeraar. Zelf moet hij natuurlijk ook zo’n attest voor zijn projecten woningbouw opvragen. Bij Protect hebben we daarvoor een online tool ontwikkeld, My Protect, die de aanvraag én de controle sterk vergemakkelijken.”
Voor welke projecten precies moet de architect dat attest opvragen?
“Het gaat om woningbouwprojecten met verplichte tussenkomst van een architect, die definitief werden vergund na 30 juni 2018. Het gebouw moet in België gelegen zijn en meer dan 50% van de oppervlakte moet bestemd zijn voor bewoning. De architect levert dit attest af aan de bouwheer, voor de start van de werken.”
De wetgever legt de controletaak op de aanwezigheid van een attest tienjarige aansprakelijkheid van de andere bouwpartners ook bij de architect. Wie moet gecontroleerd worden?
“Elke bouwpartner die werken uitvoert die een impact hebben op de stabiliteit, de soliditeit en de waterdichtheid die de stabiliteit en soliditeit in het gedrang kunnen brengen. Dat zijn dus de stabiliteitsingenieur, de aannemer dakwerken, aannemer ruwbouw, aannemer buitenschrijnwerk, aannemer funderingen enz. Valt hier niet onder: een loodgieter, elektricien, binnenschrijnwerker, aannemer sloopwerken en ook niet een eventuele bouwpromotor of zelfbouwer.
Belangrijk is ook dat de bouwpartner een rechtstreeks contract moet hebben met de opdrachtgever. Stabiliteitsingenieurs die optreden als onderaannemer van de architect moeten niet gecontroleerd worden. Hetzelfde geldt voor onderaannemers van de algemene aannemer.”
Hoe verloopt die controle dan juist? En wat als de aannemer geen geldig attest voorlegt?
“De architect moet er op toezien dat de bouwpartner het verzekeringsattest tienjarige aansprakelijkheid overhandigt aan de bouwheer, ten laatste voor de start van zijn werken. Hij hoeft niet de inhoud van het attest te controleren, maar wel nakijken dat het geen jaarlijks verzekeringsattest BA uitbating is!
Als de aannemer geen geldig attest kan voorleggen, dan moet hij de bouwheer inlichten en adviseren om de aannemer te weren van de werf. Dat gebeurt het best via een aangetekende zending, zodat er een bewijs van controle is. Anders kunnen er boetes volgen.”
Hoe zit het met de verzekeringsoplossingen voor de aannemers? Is er voor hen ook een abonnementspolis?
“De aansprakelijkheid - ook de tienjarige – ‘kleeft’ als het ware aan de aansprakelijke (rechts)persoon van architect, ingenieur of aannemer. Daarom is het normaal en ook beter dat iedere bouwpartner zijn eigen aansprakelijkheid zelf indekt, zodat er geen belangenvermenging tussen de verschillende partijen kan optreden.
De verzekeraars hebben voor de aannemers ook een abonnementsformule ontworpen, waarbij ze per woningbouwproject aan hun verzekeraar een individueel attest moeten vragen. Een deel van de aannemers heeft vandaag al een eigen abonnementspolis afgesloten, maar het aanvragen van de individuele attesten verloopt nog niet zo vlot. Sommige aannemers zijn ook nog altijd niet op de hoogte van de verzekeringsplicht.”
Wat met een globale polis?
“Een globale polis verzekert de tienjarige aansprakelijkheid van alle bouwpartners die actief zijn op de werf: ontwerpers én aannemers. Deze polis is vergelijkbaar met de controleverzekering die vroeger ook enkel voor grote projecten werd afgesloten. Voor ieder bouwproject een globale polis afsluiten vergt extra werk en soms lastige keuzes: welke verzekeraar, voor welke bedragen? Je moet ook goed weten dat er bij een globale verzekering maar één keer het gewaarborgde kapitaal wordt voorzien (doorgaans de minimumdekking van 500 000 EUR). Voor grote projecten is het dus belangrijk dat de hoogte van de dekking in verhouding staat tot de waarde van het project. Als iedere bouwpartner echter zijn eigen attest heeft, is het project gedekt voor de cumul van deze waarborgen.
Los daarvan is een globale verzekering doorgaans veel duurder dan de optelsom van de individuele premies van alle te verzekeren bouwpartners samen.”
Wat raden jullie dan aan?
“Een eigen abonnementspolis voor elke bouwpartner afzonderlijk. Een globale polis is enkel interessant voor specifieke en heel grote projecten, voor zover de dekking is aangepast aan de hoogte van het project. Voor het gros van de projecten is het sneller en voordeliger om gewoon attesten voor jezelf op te vragen en de controle op de attesten van de bouwpartners te beheren via de online tool My Protect.”
Hoe werkt die tool precies?
“Naast een dashboard van de lopende polis biedt de tool ook een nieuw luik ‘Mijn werfattesten’ om alle gegevens van je werven te centraliseren. Dat vergemakkelijkt de attestaanvraag voor jezelf én de controletaak op de andere bouwpartners. De architect kan hier zowel de eigen attesten per werf als die van de bouwpartners opvragen en archiveren. Kleurcodes geven aan welke bouwpartner gecontroleerd moet worden en of ze al in het bezit zijn van het attest.
De tool voorziet ook een unieke code waarmee je alle bouwtechnische gegevens snel kan delen met je bouwpartners. Alle opgegeven informatie wordt bovendien automatisch gesynchroniseerd voor de jaarlijkse aangifte, want die moet uiteraard ook nog worden ingediend. Het doel van de tool is de architect zoveel mogelijk ontzorgen, zodat die zich op zijn creatieve kerntaak kan concentreren.”